Languit op de grasmat met Circus Katoen

Na de zware zandzakken uit As heavy as it goes smijt Circus Katoen zich op een lichter materiaal: gras. Willem en Sophie vertellen over hun nieuwe creatie Grasshoppers, de rugblessures die ze opliepen bij hun vorige voorstelling en hoe het is om als koppel samen te leven én te creëren. ‘Tijdens de lockdown hebben we verder gerepeteerd tussen de fruitbomen in onze tuin.’

Leven en werk zijn onlosmakelijk verbonden voor Sophie van der Vuurst de Vries (°1990) en Willem Balduyck (°1989). De twee ontmoetten elkaar op de circusopleiding Codarts in Rotterdam, de stad waar Sophie werd geboren. Na hun afstuderen in 2012 richtten ze Circus Katoen op. Hun eerste voorstelling was meteen een groot succes en zou bijna 300 keer spelen op zes jaar tijd. Ex Aequo ging over twee karakters die gaan samenwonen en elk hun spulletjes een plaats proberen te geven in huis. Uit het leven gegrepen, want het koppel was net verhuisd naar België.

In 2017 zag hun tweede creatie het licht. As heavy as it goes was een voorstelling over de verschillende aspecten van fysieke arbeid, met het gewicht van achttien zware zakken zand als rekwisieten. Met het idee voor dit stuk werden Willem en Sophie in 2015/2016 een van de laureaten van CircusNext, het befaamde Europese talentenprogramma dat hun carrière een verdere duw gaf in de rug. Maar helaas deden ook de zware zandzakken dat, waardoor de voorstelling geen lang leven beschoren was.

Willem en Sophie bleven echter niet bij de pakken zitten. Ze maakten een volgende creatie: Grasshoppers. Op de vraag waar het eerste idee voor deze voorstelling is ontstaan, nemen ze een lange aanloop: eerst moet het verhaal verteld worden over de paardentocht die ze ondernamen tussen eind augustus en eind oktober 2019, van het West-Vlaamse Lichtervelde naar de Franse Ardennen en de Hoge Venen, om vervolgens via Maastricht en de zuidrand van Brussel weer naar huis te keren.

Willem: “Na As heavy as it goes moesten we er even tussenuit. We besloten om een jaar te blokkeren en iets te doen wat we anders nooit zouden doen: met paard en kar rondreizen. Een jaar of vijf geleden kwam ik in Slovenië een circus met paarden tegen, en zo ontstond het idee. Het plan klonk heel naïef en romantisch, maar draaide in de praktijk anders uit.”

Sophie: “Het begon al vooraf: we zouden een half jaar voorbereiden en een half jaar reizen.”

Willem: “Maar de voorbereiding duurde veel langer. We hadden paarden gekocht die niet opgeleid waren, dus daar kroop veel tijd in. Je denkt misschien: een paard doet wat je wil, maar als ze stressen en hun 500 kilo in volle kracht vooruitschiet, kan er veel gebeuren… Daarnaast moesten we ook nog zelf opgeleid worden, want we kenden niets van paarden en karren. Zo liepen we veel vertraging op en konden we pas tegen het einde van de zomer vertrekken. In het begin konden we ook niet ontspannen: in de eerste nacht zijn de paarden, net voor we wilden gaan slapen, ontsnapt. Daarna slaap je een tijdje niet zo rustig.” (lacht)

Sophie: “We wilden onderweg creëren, maar omdat het zo’n intense tocht was, lukte dat niet. Het werd ook al herfst en te koud om te repeteren. We hebben dan gewoon de reis afgemaakt, zonder te veel na te denken over de creatie.”
 

Klinkt pittig. Vanwaar eigenlijk jullie verlangen om zo’n tocht te maken?

Sophie: “We wilden graag op reis gaan met dieren en leven op hun ritme. Dat gaat trager, waardoor je zelf ook langzamer gaat leven. Na As heavy as it goes sprak ons dat wel aan.”

Willem: “We hadden een kleine huifkar omgebouwd, waarin we sliepen.”

Sophie: “Daarvoor vroegen we aan bewoners of we op hun veld mochten staan. Ik had zelf niet verwacht dat zoveel mensen ervoor zouden openstaan. Ook voorbijgangers keken ons blij verbaasd aan als we passeerden of ze applaudisseerden zelfs voor onze mooie paarden.”

Willem: “Al was er hier en daar eens een boze chauffeur…”

Sophie: “…omdat we ook geregeld file veroorzaakten.” (lacht)

Wat is juist de link tussen de paardentocht en Grasshoppers?

Sophie: “Onderweg moesten we altijd op zoek naar gras, om de motor van onze paarden aan te vullen.”

Willem: “Tijdens de tocht beseften we hoeveel we het optreden misten, en terug thuis zijn we er dan meteen ingevlogen. Aanvankelijk wilden we werken met tuinmateriaal, maar gras bleek al gauw belangrijker voor ons. We zijn veel bezig met tuinieren en onze moestuin, dus we hebben sowieso iets met planten en natuurlijke materialen. Waarom zouden we dan niet een stukje natuur nemen om iets mee te doen? Dat werd dan een grasmat: een rechthoekig stuk gras waarmee je de tuin kan aanleggen. Die halen we op bij onze favoriete leverancier: Het Grasboerke in Koolskamp.”

Sophie: “Per voorstelling gebruiken we slechts één grasmat, net omdat we het klein willen houden. Met 100 grasmatten heb je al een vrachtwagen nodig, terwijl wij willen toeren met onze eigen auto.”

Dat ecologische thema is altijd al belangrijk geweest bij Circus Katoen. Zit het ook in de nieuwe voorstelling?

Willem: “Het inhoudelijke startpunt was om weer te geven hoe de mens omgaat met de natuur. Maar dat willen we er niet te hard opplakken. We hebben liever dat de verbeelding van de toeschouwers zelf de invulling geeft. Het is prima als mensen enkel zien dat we leuke dingen doen met gras.”

Wat hebben jullie zoal onderzocht met de grasmatten?

Willem: “In het begin werkelijk alles. Een grasmat in stukken scheuren…”

Sophie: “… ermee gooien, op elkaar leggen, vastbinden met touwen, ermee slingeren…”

Willem: “…ze katapulteren, erop lopen, in andermans kleren steken… In een eerste fase wilden we alle mogelijkheden uitproberen, een gedachtegang volgde pas later.”

Sophie: “We hebben al snel ondervonden dat gras heel kwetsbaar is. Na een tijdje begint het uit elkaar te vallen. Eerst dachten we: hm, toch geen goed materiaal om mee te werken… Maar al gauw vonden we het net interessant voor ons concept: de natuur is kwetsbaar en daar ga je dus maar beter heel voorzichtig mee om.”

Willem: “In de winter krijg je heel natte grasmatten, in de zomer matten die extreem droog kunnen zijn. Daar moeten we dus een andere methodiek voor ontwikkelen dan voor kegels, die je na het jongleren gewoon weer kan oprapen van de grond.”

Waarin is Grasshoppers circus?

Willem: “We noemen het zelf objectmanipulatie, en zien het dus als jongleren in zijn brede betekenis. Het is niet ons doel om er per se circustechnieken in te stoppen, maar er zitten echt wel scènes in die je alleen kan doen met een achtergrond in jongleren.”

Hoe is deze derde voorstelling een nieuwe stap in jullie oeuvre?

Sophie: “Bij onze eerste voorstelling hebben we meer gewerkt vanuit naïviteit. Als basis gebruikten we de circusdisciplines die we in huis hadden, zoals handstand, diabolo en partneracrobatie. Bij As heavy as it goes hebben we dat wat losgelaten en zijn we met die zandzakken echt objectonderzoek gaan doen. Daarin willen we nu verdergaan.”

Willem: “Naar As heavy moest je met een iets geoefender oog kijken. Met Grasshoppers willen we zoveel mogelijk mensen bereiken, daarom spelen we ook weer op buitenfestivals. Niet iedereen gaat naar het theater, dus willen wij naar de mensen toegaan.”

Hoe rijmen jullie buitenlandse reizen met jullie ecologische engagement?

Sophie: “Dat blijft een moeilijke kwestie. De voorstelling – personen en materialen – moet in één auto passen. Het vliegtuig vermijden we. Als we ver reizen, proberen we altijd meerdere dagen te spelen en er het liefst nog een paar dagen aan vast te plakken om het land te ontdekken. We zijn eens naar Kroatië geweest: vier dagen onderweg om er dan één of twee keer te spelen, dat vond ik ecologisch toch op het randje.”

Willem: “Het was er zelfs over.”

Sophie: “We voelden ons daar achteraf schuldig bij.”

Willem: “We hebben één keer – uitzonderlijk – het vliegtuig genomen naar Zuid-Korea om er onze eerste voorstelling te spelen. Daar hebben we dan een maand rondgereisd en opgetreden. Dat doet wat met een mens om zo’n lange tijd ondergedompeld te worden in een andere cultuur. Daarom begrijp ik niet dat er mensen zijn die voor een dag over en weer vliegen naar het andere eind van de wereld. Je moet er tijd voor nemen.”

Sophie: “Om ecologische redenen hebben we al drie keer een vraag om ergens te spelen afgezegd.”

Willem: “Drie keer? Meer, hoor!”

Jullie hadden het als koppel tijdens de coronapandemie gemakkelijker om verder te creëren?

Willem: “Ja, we waren vaak de eerste residenten eens een creatieplek weer openging en we hebben ook een aantal last-minuteresidenties gekregen, net omdat we een bubbel vormen. Wij hebben trouwens ook nog veel andere passies waarmee we ons konden bezighouden tijdens de lockdown. Zo staan de tomaten en paprika’s weer klaar in onze tuin.” (lacht)

Willem: “Iemand van onze partnerorganisaties vroeg ons: ‘En hebben jullie na de laatste residentie nog verder gewerkt?’ Wij zeiden: ‘Ja hoor, we hebben in de tuin gewerkt.’ Waarop zij antwoordde: ‘Ah, mijn man ook.’ Maar wij dus ook aan onze voorstelling.” (lacht)

Sophie: “We hebben het geluk dat we hier in Zomergem een grote, betaalbare plek hebben gevonden: we huren een oud boerderijtje met een groot grasveld van 100 bij 50 meter. Tijdens de lockdown hebben we verder gerepeteerd tussen de fruitbomen in onze tuin.”

Slagen jullie erin om werk en privé te scheiden, of loopt dat helemaal door elkaar?

Willem: “Dat is helemaal niet gemakkelijk!”

Sophie: “Ik heb wel het idee dat we daarin nu een betere balans hebben gevonden, toch? We repeteren bijvoorbeeld van negen tot vier, en daarna laten we het los. Alleen nu met de première in zicht zijn er onvermijdelijk nog mailtjes die dan beantwoord moeten worden.”

Willem: “Creatieperiodes zijn het heftigst als koppel. Bij elke nieuwe creatie denken we: gaan we daar nog een keer doorheen?”

Sophie: “Creëren kost meer energie dan een voorstelling spelen, omdat je alles maar blijft doordenken in je hoofd. Nu goed, we zijn daarin ook heel perfectionistisch, natuurlijk.”

Zijn jullie complementair?

Willem: “Ja, we hebben andere persoonlijkheden. Sophie is een veel standvastiger persoon, terwijl ik een heel onrustig type ben dat graag afwisseling heeft. Een residentieweek is voor mij de hel: ik vind het verschrikkelijk om mezelf op te sluiten, dan blokkeer ik na een tijdje.”

Sophie: “Daarom proberen we onze repetitiedagen niet te lang te maken, zodat we ook nog andere dingen kunnen doen.”

Tot slot: na jullie paardenavontuur wagen jullie zich misschien ooit eens aan een circusvoorstelling met paarden of dressuur?

Sophie: “Goh, we willen liever niet met paarden in een aanhangwagen rondzeulen. Dat is toch anders dan met een rolwagen die getrokken wordt door paarden.”

Willem: “De reden voor mij om met paarden te werken was vooral om samen met hen op een rustigere manier onderweg te zijn. Je moet ook weten dat we, nadat we terug waren van onze reis, eens op hol zijn geslagen met de paarden en een ongeluk hebben gehad. Eerlijk gezegd voel ik er dus voorlopig niet meer zoveel voor om nog paarden te mennen.” (lacht)


Dit artikel verscheen in Circusmagazine #67 (juni 2021) // Auteur: Filip Tielens // Foto's Kevin Faingnaert