De openbare ruimte en een bank. Daarmee trekt circusartiest Dieter Missiaen de wereld rond voor zijn project Bankcontact Invasie. ‘Ik heb tijd voor u, ga zitten, ik luister.’ Zo begint de performance van Bankcontact elke keer opnieuw. Voor elke voorstelling zoekt hij een andere openbare plaats en komen er andere mensen naast hem op de bank zitten, om aan het einde van de dag allemaal samen te vieren. Dieter van Compagnie Krak vertelt over zijn ‘community art’ project.
Vanuit een diepe interesse in wie al die mensen zijn die ik elke dag voorbij loop. Vanuit een diepe interesse om even te vertragen in deze hectische samenleving. Vanuit een diepe interesse om te connecteren en te verbinden. Vanuit die interesses trek ik de stad in met een bank onder de arm.
De bank onder mijn arm haal ik uit mijn tribune. Ik trek erop uit en hou halt op een plek die me intrigeert, daar stel ik mijn bank op en nodig ik voorbijgangers uit om naast me op de bank te komen zitten. ‘Wat maakt voor jou het leven waard?’ Dat is voor mij de belangrijkste vraag van het gesprek op de bank. En zo luister ik naar veel mooie verhalen, maar ontmoet ik ook mensen in ellende. Mensen lachen en huilen op de bank. Of ze zijn gewoon stil. En het wordt me steeds meer en meer duidelijk dat onze samenleving iets mist: tijd, aandacht, vriendelijkheid en aanwezigheid.
Soms hebben mensen geen tijd om te komen zitten en hollen ze snel weer door. Maar ook dan heb ik iets bereikt. Ze kregen een uitnodiging en ze hebben gehoord dat er daar op die bank iemand zit met tijd om te luisteren. Op die manier hebben die hollende mensen toch even ergens bij stil gestaan. Misschien denken ze er later wel nog eens aan terug: "Tiens, er was daar iemand die wilde luisteren. Misschien had ik me toch niet zo moeten haasten?” Sommige mensen zijn het verleerd om elkaar aan te spreken, laat staan dat ze weten wat te zeggen tegen een wildvreemde. Mensen die toch plaatsnemen op de bank, houden er bijna altijd een goed gevoel aan over: ik zet een klein deurtje open en soms komt er een groot verhaal door gekropen. Het project heeft dan wel betrekking op een klein publiek, ik hoop toch dat er een maatschappelijke impact is. Gewoon iemand die luistert, zonder meer.
In het begin liep ik alleen met mijn bankje rond, maar na een paar maanden vond ik het tijd om dat samen met andere mensen te doen, te delen en zo werd de performance Bankcontact Invasie geboren. Het was mijn vrouw en medebedenker, dramaturge Els Degryse, die dit concept samen met mij bedacht heeft. Een lokale culturele organisatie doet telkens een oproep om zo tien mensen te vinden die elk met een bank onder de arm de openbare ruimte in willen trekken om bankjes te bouwen, te gaan zitten, te vertragen. Ze zijn aanwezig. Ze luisteren.
Anders dan een ‘gewone voorstelling’, is er hier niet echt een publiek dat toekijkt. Eens er iemand naast me op de bank zit, word ik zelf een beetje het publiek, dan ben ik zelf de toeschouwer van de verhalen die mensen vertellen. Met één performance bereik ik misschien niet zo heel veel mensen, maar dat hoeft ook niet. Het mooie zit hem net in de kleine dingen, het intense van een gesprek met een vreemdeling. Iedereen heeft iets te delen. Tijdens de performance trekken er, behalve ik, ook tien andere mensen op uit met een bank. Daarmee ben ik zelf dus niet bij alle gesprekken aanwezig. Net dat maakt het mooi: ik faciliteer gesprekken, ik zorg ervoor dat mensen weer even stilstaan en met elkaar praten. Voor mij is dat een uitbreiding op wat ik normaal als clown in mijn voorstellingen probeer te bereiken. En vul ik een nood op die vandaag in onze samenleving heerst. Misschien geeft dat zelfs een beter gevoel dan honderd mensen die na een ‘gewoon optreden’ applaudisseren.
Het project is ontstaan vanuit een vooronderzoek rond contact met het publiek. In mijn circusvoorstellingen merkte ik dat ik als clown steeds kleiner en intiemer ging maken en spelen. Ik wou als clown zoeken naar een manier om zo dicht mogelijk bij mijn publiek te geraken. Niet alleen fysiek maar vooral hoe ik echt met hen kon verbinden. Toevallig zag ik de documentaire ‘The Artist is Present’ over de performance van Marina Abramović, waarbij ze minutenlang in de ogen van een toeschouwer kijkt. Ik heb hier zelf ook mee geëxperimenteerd, onder andere in bibliotheken, en merkte al snel dat dit enorm sterke momenten waren. Maar toen kwam de coronapandemie, met de eerste lockdown. Niet ideaal voor een creatie waarbij contact met het publiek essentieel is. Het werk van Abramović heeft me geïnspireerd bij het zoeken naar de juiste vorm voor deze performance. Op een gegeven moment dacht ik: ik neem een bank vanuit mijn tribune en trek ermee de stad in. Niet veel later wandelde ik door Oostende en sprak mensen aan met de boodschap: ‘ik heb tijd voor u, ga zitten, ik luister.’ De performance is dus heel erg organisch gegroeid. Vanuit een zoektocht naar verbinding tussen de artiest en het publiek.
Aan het eind van de voorstelling komt iedereen weer bij elkaar: de dragers van de bankjes en de mensen die ze hebben ontmoet. Ook omstanders worden uitgenodigd om deel te nemen. Samen helpen ze de banken om te vormen tot één lange tafel in de openbare ruimte en gaan ze zitten om te luisteren naar een laatste verhaal dat ik zelf vertel met begeleiding van violiste Anna Buevich of Anouk Sanczuk. Tot slot proosten we, met glazen in de hand, in woorden en met muziek op dit gedeelde moment, op de schoonheid van het leven en van het nu.
Intussen is er ook een Junioreditie van BankContact. Mijn eerdere voorstellingen vinden aansluiting binnen het jeugdtheaternetwerk. Het was dan ook logisch dat ik vanuit enkele leden van de International Association of Theatre for Children and Young People de vraag kreeg of ik ook met BankContact iets wilde gaan doen voor of met kinderen. Die vraag intrigeerde me wel: zouden kinderen het geduld hebben om te luisteren naar een onbekende volwassene die naast hen op de bank zou komen zitten? Zouden volwassenen de gesprekken niet overnemen? Kunnen we over de generaties heen mensen met elkaar verbinden? Vanaf het moment dat we erover begonnen nadenken, popte de éne na de andere vraag op in ons hoofd en de nieuwsgierigheid om ermee te experimenteren werd groot. We hebben zelf ook twee kinderen: een zoon van 10 en een dochter van 7 jaar die eerder al interesse toonden om zelf met een bank op stap te gaan. We trokken met het idee naar de klas van onze zoon, waar we al snel heel wat enthousiaste kinderen ontmoetten. Dus gingen we op stap. Het werd een fraai zicht: twee kinderen die samen een klein bankje dragen, op hun rug de rugzakjes met de poten van de bank en op hun gezicht een ontwapende blik om mensen uit te nodigen op hun bankje. Het was prachtig en hartverwarmend om te zien hoe kinderen zijn. Ze wilden zelfs de auto’s doen stoppen om in gesprek te gaan. “Ik vind de oudere mensen het leukst want die hebben tijd om te praten. Doen we het nog een keer?”, klonken de eerste reacties van de kinderen. Ons eerste experiment met BankContact Junior was alvast heel erg geslaagd. We werken het verder uit naar duo’s van twee kinderen, misschien zelfs een ouder/kind invasie. Verder denken we er ook over om het project uit te werken met doelgroepen waar de aansluiting met de maatschappij nog te moeizaam verloopt, zoals kinderen of volwassenen uit het bijzonder onderwijs, anderstalige nieuwkomers die Nederlands leren, … Het voelt voor iedereen als het uitbreiden van iets heel moois. Eenmaal je mensen begint te verbinden, lijken ze wel dominoblokjes te vormen die de verbinding oneindig blijven doorgeven.
Come! Come here. Come here so I can hold you to my breast. Come to my heart, that I can run my hand through your hair, that I can ask you if you want something to drink, coffee perhaps, possibly a glass of wine… and that you can then say you’d rather be alone, that’s also fine…
… But maybe you feel like talking, to tell me what’s in your heart, what you carry on your shoulders, every doubt, the chances you’ve missed, every unasked question, all the things you’ve promised and believed and maybe nog regret. Every win you’ve ever had and every loss.
Come here so I can carry you***
***Deze tekst komt uit het nummer van “Kom Hier dat ik u draag”, van het cabaretduo Kommil Foo. Op een dag, ergens in het Gentse, zat Mich Walschaert op het bankje van Dieter. Later, toen Els Degryse (partner van Dieter en medebedenker van BankContact Invasie) de slottekst aan het schrijven was, voelde ze dat er nog iets ontbrak. En toen hoorden Dieter en Els dit nummer van Kommil Foo. Omdat de heren van Kommil Foo dit project toejuichten, mochten ze ook een stuk uit het nummer integreren in de slottekst.
Auteur: Katrijn De Bleser
Dit artikel verscheen in de tweede editie van het internationale magazine (augustus 2023)