‘Voor talloze mensen is in een zaal komen kijken gewoon te zwaar.' Voor sommigen zijn felle licht- en geluidseffecten tijdens voorstellingen, spannende plottwists of alleen al het sluiten van de zaaldeuren te stresserend. In het zog van het Verenigd Koninkrijk ontdekt Vlaanderen langzaam de ‘relaxed performance’ of de ‘prikkelarme’ voorstelling. Het Vlaamse circusgezelschap Side-Show werd pionier.
In het Londense National Theatre kun je in december Othello zien als chilled performance. Het stuk verloopt min of meer zoals we het kennen, maar toeschouwers kunnen die avond ongeremd geluid maken of in en uit de zaal lopen als ze daaraan behoefte hebben. Er is een chill out space voor bezoekers met angst- of autismespectrumstoornissen, tourette of andere neurodiverse aandoeningen. In dezelfde maand speelt Hex (een bewerking van Doornroosje) als sensory adapted performance: aan de show zelf zijn aanpassingen gedaan in functie van een hoog sensitief publiek. Te sterke licht- of geluidseffecten worden uit de voorstelling geweerd.
In zekere zin gaan Aline Breucker en Quintijn Ketels van het Vlaamse circusgezelschap Side-Show nog een stap verder: ze passen hun nieuwe voorstelling Permit, Oh Permit My Soul to Rebel niet achteraf aan, maar creëren die van bij het begin als een inclusieve voorstelling. Toegankelijk voor álle publieken, maar Breucker en Ketels besteden bijzondere aandacht aan toeschouwers met een prikkelstoornis.
TOURETTE
Hun motivatie wortelt in hun persoonlijke geschiedenis. Ketels: “Onze zoon Antoine, nu tien, heeft een complexe vorm van Gilles de la Tourette. Tot nu toe was het voor hem niet mogelijk om onze voorstellingen te zien. Hier in Vlaanderen is er nog ongelooflijk veel werk op het vlak van inclusie. Maar het is 2022, ik wil graag dat onze zoon deel kan uitmaken van een publiek zoals iedereen. We hebben dus besloten om zelf aan de slag te gaan.”
Voor het toonmoment van Permit, Oh Permit My Soul to Rebel worden we opgewacht en verwelkomd door de performers, die ons individueel begeleiden naar een zitplaats met zachte kussens. Rondkijkend zie ik een groepje mensen met een auditieve beperking, vergezeld van een tolk, en een jong kind met een mentale en fysieke beperking. Verder ook toeschouwers zonder zichtbare beperking.
Er is geen officieel ‘begin’ van de voorstelling, de lichten dimmen niet, bijna onmerkbaar gaan de zeven dansers en circusartiesten over tot hun opeenvolgende acts. We weten precies wat er gaat gebeuren: in een storyboard dat we op voorhand ontvingen wordt het verloop van de performance gedetailleerd beschreven. En ook live kondigen de performers aan wat ze gaan doen, voor ze hun act uitvoeren. Vooral voor het gebruik van het confettikanon wordt duidelijk gewaarschuwd.
Het levert een esthetisch verfijnde en erg tedere voorstelling op, zonder de minste spanning of verrassing. Maar is dit nog wel circus? Of is dit nog wel kunst? Die vragen getuigen van een nogal enge blik op wat kunst is, of moet zijn. ‘Artistieke excellentie’ hoeft zich vandaag niet te beperken tot een aantal esthetische normen; het begrip kan rustig worden uitgebreid of misschien wel verrijkt met een sociale dimensie.
Breucker: “Natuurlijk willen we als kunstenaars iets maken dat betekenis heeft, maar we willen ook iets betekenen voor de samenleving. Die twee verlangens spreken elkaar niet tegen. Permit, Oh Permit My Soul… is een artistieke creatie die meer dan andere creaties rekening houdt met zijn publiek. Dat ‘rekening houden’ is geen bijkomstigheid, het is de kern van onze artistieke taal.” Ketels: “Het artistieke heeft sowieso ook een politieke dimensie. Voor wie maken we voorstellingen? Als wij als abled kunstenaars alleen maar werk maken voor abled people, dan zijn we snel rond.”
Dat we in Vlaanderen nog maar aan het begin staan van dat artistiek activisme beaamt ook Tine Theunissen, die bij het Gentse kunstencentrum VIERNULVIER aan de kar trekt voor relaxed performances. Theunissen: “In het Verenigd Koninkrijk was de disability movement in de jaren 1970, 1980 erg invloedrijk. Een sterke groep activisten is er toen in geslaagd om heel wat wetgeving aan te passen. Helaas is die emancipatorische beweging aan ons voorbijgegaan.”
Permit, Oh Permit My Soul… is een artistieke creatie die meer dan andere creaties rekening houdt met zijn publiek
‘ONZICHTBARE’ BEPERKING
Drie jaar geleden haalde Theunissen flag woman van de disability movement Jess Thom naar De Vooruit. Toen Thom op een dag vriendelijk werd verzocht om als toeschouwer in de geluidsdichte box van de techniekers te gaan zitten, omdat haar tics het publiek zouden storen, was voor haar de maat vol. Voortaan zou ze niet alleen de zaal, maar meteen ook het hele podium claimen. Vandaag tourt ze als schrijfster, comedian en theatermaker rond met haar alter ego Touretteshero, om het bewustzijn over Tourette te vergroten.
Tijdens Thoms passage eind 2019 werden in De Vooruit een aantal relaxed performances georganiseerd, waarbij bestaande voorstellingen in een relaxed omgeving werden gepresenteerd. De eerste stappen, knikt Theunissen, want de drempel is soms hoog. Theunissen: “Veel kunstenaars zijn bang dat het binnen- en buitenlopen de aandacht verstoort. Die angst wortelt in onwetendheid, er zijn elegante manieren om zoiets discreet te organiseren. Bij het abled publiek komen er ook soms opmerkingen over het schijnsel van tablets, terwijl die meestal gebruikt worden om te tolken. Het gebrek aan kennis over toegankelijkheid vormt het grootste obstakel.”
Het festival in 2020 maakte zichtbaar dat ook in Vlaanderen de vraag naar inclusieve voorstellingen groot is. Theunissen: “Vooral mensen met een ‘onzichtbare’ beperking – een prikkelstoornis bijvoorbeeld – lijken zich er intussen bij te hebben neergelegd dat theater niets voor hen is, dat ze niet in de zaal passen. Pas wanneer je hen uitdrukkelijk uitnodigt zie je hoe groot de behoefte is.” Corona zette het traject op pauze, maar dit jaar gaat Theunissen verder op het spoor van de relaxed performances. Zo zijn de volgende edities van het populaire boekenprogramma Uitgelezen ‘relaxed’.
Het zou gewoon moeten zijn dat er op een doorsnee avond in de KVS twintig mensen met een beperking zitten
Het toonmoment van Permit, Oh Permit My Soul to Rebel is intussen afgelopen, Aline Breucker leidt het nagesprek met de performers en de toeschouwers. De algemene teneur is positief, dankbaar ook: verscheidene toeschouwers drukken uit hoe bijzonder het voor hen is om op deze manier te worden benaderd.
Maar uit het gesprek blijkt ook dat ‘inclusie’ een breed begrip is: er is geen one size fits all. Voor sommige toeschouwers voelde het aanblijven van de zaallichten veilig, maar één dame, met een donkere zonnebril, geeft aan dat de hoeveelheid licht voor haar onverdraaglijk was. De zachte, geruststellende pianomuziek bij het begin wordt door sommige toeschouwers als storend ervaren. Het is een continue zoektocht, knikt Ketels: “Wellicht kan niet iedereen samen in dezelfde ruimte zijn. Maar we kunnen minstens iets proberen. Het ergste wat zou kunnen gebeuren, is dat de mensen die we zo graag willen bereiken níét in de zaal zitten.”
Het frustrerende is ook dat deze uitdaging niet enkel in de handen van de makers ligt. Bij een relaxed performance is elke stap van tel: de communicatie vooraf, het onthaal ter plaatse, de infrastructuur van de zaal… Zaken waarover Breucker en Quintijn even streng moeten waken als over het creatieproces zelf. Zo waren bij de uitnodiging voor het toonmoment foto’s opgenomen waarop de toegang tot de locatie en tot de zaal in beeld waren gebracht. Iemand in het nagesprek suggereert om een beeld toe te voegen van de toiletten, belangrijk voor mensen met een angststoornis. Breucker knikt en noteert. Breucker: “Het is een extreem kwetsbaar proces, dat bestaat uit allemaal even belangrijke schakels. Als er één schakeltje niet goed zit, breekt de hele ketting.”
SEGREGATIE
Maar sluimert in deze ver doorgedreven relaxed of chilled avonden dan geen nieuwe vorm van segregatie? Zoals in het Londense National Theatre: avonden voor mensen mét, en avonden voor mensen zónder beperking? Ketels is zich bewust van dat risico: “In Frankrijk zijn er cinema’s die op donderdag relaxed zijn, maar dat wordt al gauw ‘de avond voor mensen die geluid maken’. Het reguliere publiek blijft weg. Communicatie is op dat vlak cruciaal: het informeren en sensibiliseren van het abled publiek. Eigenlijk zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat er op een doorsnee avond in de KVS twintig mensen met een beperking zitten.” Ook Theunissen beaamt: “Eigenlijk wil je naar een gemengd publiek, waarbij een vorm van relaxed performance gewoon de norm is, zonder verdere vragen. In Londen is er ook het Battersea Arts Center, een voortrekker op het vlak van relaxed performances. Zij zijn ooit begonnen met aangepaste avonden, nu is het bij hen de norm.”
We spreken onze laatste vraag niet uit, maar Ketels glimlacht, want hij weet wat er in ons hoofd speelt. Ketels: “Of het allemaal wel ‘de moeite waard is’, dit lange traject, dit hele arbeidsintensieve proces? Voor die ‘paar personen’ met een beperking? Ja. Want die paar personen vandaag zijn de moedige mensen die het gedurfd hebben, die hun angsten hebben overwonnen en naar de zaal zijn gekomen. Daarachter verschuilen zich talloze mensen voor wie de opgave gewoon te zwaar was. Daarom hoop ik dat onze voorstelling vooral een tool wordt waarmee theaters aan de slag gaan om zichzelf te bevragen. We hebben niet de ambitie om zoveel mogelijk te spelen. Liever willen we een gesprek aangaan, een dynamiek opbouwen.” Hij zwijgt even. “Maar ik geef toe: het is een stevige boot die we te water hebben gelaten.”
Evelyne Coussens schreef dit artikel in november 2022.